Het poëtisch decolleté van Uitgeverij P

Poëziebloemlezingen zijn in. Kwatongen beweren dat het een makkelijk en (foei!) commercieel  trucje is om poëzie aan de man te brengen. Alsof daar iets mis mee is. Als poëzie voor een keertje, per uitzondering, wel eens goed verkoopt, is dat aardig meegenomen.  Bloemlezingen verbreden als lezer ook je horizon, je ontdekt werk van dichters die je tot dan onbekend waren. Thema’s om te bloemlezen bij de vleet: van fauna en flora tot liefde en erotiek, van vriendschap en dood tot moeder en vader. Niet verwonderlijk dat ook borsten, het zo geliefde en tot de verbeelding sprekende lichaamsdeel, eens in het keurslijf van een bloemlezing zouden geprangd worden.
Zonder al te veel moeite slaagden wij erin om binnen een goed jaar 246 gedichten te verzamelen, waarin borsten prominent aanwezig zijn, hetzij expliciet benoemd, hetzij voorzichtig gesuggereerd, schrijven de samenstellers Reine De Pelseneer en Frank Pollet. Uiteindelijk werden er 33 gedichten van vrouwen en evenveel van mannen geselecteerd. Het eert de samenstellers dat ze niet allen voor grote en bekende namen hebben gekozen (Anna Enquist, Judith Herzberg, M. Vasalis, Hugo Claus,…), maar ook voor minder bekend of pril talent.
Boezeming is een bloemlezing geworden die veel variatie biedt - van lichtvoetig tot diepzinnig, een paar keer ondeugend en speels - en ons leert dat de borst niet allen voor begeerte staat, maar ook een symbolische plek is (de moederborst) waar troost gezocht wordt. Dat vrouwenborsten ook in deze verzamelbundel de kroon spannen zal wel niemand verwonderen. Toch werd er een klein assortiment aan poëtische mannenborsten weerhouden.
Bij Julia Beirinckx ontdekken we een deinende boezem; Eva Cox heeft het over een getepelde kelk. En zo komt de borst in vele gedaantes in beeld: als een uier (Christine D’Haen), prille borsten (Marije Langelaar), meisjesborsten (Jane Leusink), proefgeboren,/ dwingend, horizontaal,/ tegen het weefsel aan ((Gerrit Achterberg), volle borsten (Chrétien Breukers), harde tepels (Edwin Fagel), unieke borsten (Luuk Gruwez), ongezoogd maar wel gebeten (Delphine Lecompte).
Beslist niet minder knap dan de poëzie is de portfolio met ingetogen zwart-witfoto’s van Malou Swinnen.
Al kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat het allemaal meestal nogal braaf is, dan swingt Marjoleine de Vos met haar verrukkelijk erotisch gedicht Kooklust de pan uit:

Met gretige borsten staat begeerte aan het aanrecht
zoent het zaad uit tomaten, kijkt naar het zwellen
van beslag onder vochtig doek. Haar hand liefkoost
de haas van een jonge stier, zijn zoekende tong
is gemaakt voor de hare, verzaligd streelt ze
zijn ballen de pan in. Hartstocht
is een keukenprinses met aanraakbare huid,
donzig als deeg, geurig als boter, een weerloze
van bot bevrijde eend die naakt wil zijn
als een olijf in olie, een perzik op sap.
Ze wil zich ontleden op het hakblok, betast worden
door gulzige vingers en gloeiend verslonden.
Een vis zijn, zwemmend in roomsaus
gewiegd, gekend, begeerd, genoten.


Boezeming – 2 × 33 gedichten rond borsten (m/v), Reine De Pelseneer, Frank Pollet (samenstellers), Malou Swinnen (foto’s), Uitgeverij P, Leuven, 2013,  ISBN 978-94-91455-11-7

(Roger Nupie)